De enige behandelingen voor galwegatresie op dit moment zijn een operatie of een levertransplantatie. Bij de operatie worden de verlittekende galwegen weggehaald en een nieuwe galweg gemaakt met een stukje darm. Ondanks een succesvolle operatie ontstaat bij 50% van de kinderen op jonge leeftijd alsnog veel leverschade en is een levensreddende levertransplantatie nodig. Galwegatresie heeft grote gevolgen voor het leven van deze kinderen en hun ouders op zowel de korte als lange termijn. Er is nog veel onbekend over het ontstaan van galwegatresie waardoor er nog geen betere behandeling mogelijk is.
In dit onderzoek bestuderen de onderzoekers een gekweekt model dat bestaat uit dunne plakjes galweg en galblaas van gezonde volwassenen. Zij bekijken hoe de cellen in deze plakjes reageren op verschillende omstandigheden. In dit onderzoek wordt met name bekeken of een virusinfectie een rol kan spelen bij het ontstaan van galwegatresie. Als er meer duidelijkheid is over het ontstaan ervan, kan er in de toekomst mogelijk een betere behandeling worden ontwikkeld.
Het model van galweg- en galblaasplakjes is een nieuwe manier om galwegatresie te onderzoeken. Normaal gesproken gebruiken onderzoekers dieren voor een dergelijk onderzoek, maar het is lastig om de resultaten in dieren te vertalen naar mensen. De weefselplakjes zijn gemaakt van galblaas en bijbehorende galweg van volwassenen, en lijken daardoor veel meer op de galwegen en galblaas bij kinderen. De resultaten zijn hierdoor veel gemakkelijker te vertalen. Zo komen de onderzoekers dichterbij het beantwoorden van de vraag: “Hoe ontstaat galwegatresie?”.
De onderzoekers hopen door het onderzoek galwegatresie en het ontstaan ervan van beter te begrijpen. Dit geeft misschien nieuwe aanknopingspunten voor het ontwikkelen van betere en behandelingen. Effectiever behandelen van patiënten vermindert hopelijk de ernstige gevolgen van galwegatresie. De resultaten van dit onderzoek kunnen ook nuttig zijn voor andere galwegziektes.
Het onderzoek wordt gedaan in het UMC Groningen onder leiding van prof. dr. Jan Hulscher, kinderchirurg in het UMCG, en prof. dr. Peter Olinga, hoogleraar Translationele Biofarmacie.
Aan het onderzoek werken ook Jeske Fridrichs, (promovendus, UMCG), Mark Nomden (promovendus, UMCG) en Sarah Mitchel en Jeffrey Sewdihal (analisten, UMCG en RUG) mee. Ook is dr. Marius van den Heuvel (patholoog, UMCG) betrokken. Vanuit het Martini Ziekenhuis zijn Wendy Kelder (chirurg) en Bart Hamel (patholoog) betrokken bij dit onderzoek.
Foto vlnr: Jan Hulscher, Sarah Mitchel, Jeffrey Sewdihal en Peter Olinga
Lees hier een Interview met prof. dr. Jan Hulscher en prof. dr. Peter Ollinga
De foto in de banner is van Sarah Chai:
https://www.pexels.com/photo/mother-with-newborn-baby-on-couch-7282403/