Er lijkt echter één schedelnaad minder belangrijk voor de schedelgroei, namelijk de voorhoofdsnaad. Deze naad sluit normaal gesproken als enige schedelnaad binnen het eerste levensjaar. Sluiting van de voorhoofdnaad vóór de geboorte zorgt voor een afwijkende, wigvormige vorm van het voorhoofd: een wigschedel. Wetenschappelijk onderzoek liet zien dat bij kinderen met een wigschedel de kans op verhoogde hersendruk heel laag is. Dit verschilt dus van andere vormen van craniosynostose. Het is dus onzeker of bij kinderen met een wigschedel wel een operatie nodig is om de hersendruk te verlagen is. Misschien verbetert de afwijkende vorm van het voorhoofd ook in de loop van tijd, zonder een operatie. De twijfel die er is over wel of niet opereren wordt ook met de ouders besproken. Ouders hebben vooral veel zorgen over de afwijkende vorm van het hoofd van hun kind en zijn bang dat hun kind daarmee wordt gepest. Ze vragen zich af of een operatie misschien het zicht en de vorm van de schedel verbetert. Het maken van een keuze is een zware emotionele last voor de ouders.
In dit onderzoek gaan de betrokken na of kinderen met een wigschedel wel of niet geopereerd moeten worden. Daarbij wordt gekeken naar het risico op verhoogde hersendruk, maar ook naar het leervermogen, schoolprestaties, het gedrag, emotioneel functioneren, de kwaliteit van leven en zelfwaardering, keuze- en traumatische stress bij ouders, het (scherp) kunnen zien en de vorm van het voorhoofd.
De onderzoekers verwachten dat bij kinderen met een wigschedel niet opereren en opereren uiteindelijk hetzelfde oplevert. Blijkt dat na het onderzoek inderdaad zo te zijn, dan zal het advies aan ouders van kinderen met een wigschedel zijn om niet te opereren. Niet opereren is minder stressvol voor ouders en kind. Ook hebben ouders en kind niet te maken met de risico’s van een operatie en bespaart het kosten.
Veel wetenschappelijk onderzoek gaat over nieuwe behandelingen. Met dit onderzoek willen de onderzoekers aantonen dat het veilig is om juist minder te behandelen bij kinderen met een wigschedel. Het is belangrijk om kritisch te blijven kijken naar een operatie die al jarenlang wordt uitgevoerd.
Na dit onderzoek krijgen ouders een goed onderbouwd advies geven over de beste behandeling voor hun kind met een wigschedel. Als de verwachting van de onderzoekers klopt, zal niet opereren de beste behandelkeuze zijn. Ouders hoeven niet te kiezen en ervaren daardoor minder stress en hun kind wordt niet onnodig geopereerd.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door arts-onderzoeker Pauline Thio en vindt plaats onder leiding van Professor Irene Mathijssen. Alle zorgverleners binnen het team voor schedelafwijkingen in het Erasmus MC zijn betrokken: de verpleegkundig specialist, plastisch chirurg, neurochirurg, radioloog, de klinisch geneticus, psycholoog, oogarts en de kinderarts. Daarnaast zijn een statisticus en de patiëntenvereniging LAPOSA betrokken.
Lees dit interview met de betrokken onderzoekers
De For Wis(h)dom Foundation ondersteunt dit onderzoek voor 3 jaar.
Foto by: Sarah Chai on Pexels