De onderzoekers werken aan een behandeling (gentherapie) voor de meest ernstige vorm van de ziekte van Pompe. In het lab toonden onderzoekers al aan dat de behandeling een positief effect heeft op het hart, de skeletspieren en de hersenen. Voordat de gentherapie bij kinderen kan worden getest (de klinische trial) is uitgebreid aanvullend en voorbereidend onderzoek nodig. Pas als dat is gedaan kan de nieuwe behandeling veilig worden getest.
De gentherapie is erop gericht dat het lichaam zelf weer het GAA-enzym produceert, zodat het stapelen van suikers in de spiercellen stopt. De hoop is dat vervolgens ook de afbraak van spieren en het aantastingsproces in de hersenen ophoudt. Onderzoekers in het lab bewerken stamcellen van de patiënt en brengen het gen voor het ontbrekende eiwit weer in het DNA van deze cellen zit. De bewerkte stamcellen worden teruggegeven aan de patiënt en produceren het GAA-enzym. De onderzoekers hopen dat de stamcellen dit voor de rest van hun leven in het lichaam van de patiënt blijven doen.
Als deze gentherapie een succes blijkt bij kinderen met de ziekte van Pompe, is de intensieve, wekelijkse en kostbare enzymbehandeling niet meer nodig. De hoop is dat het lichaam na deze eenmalige gentherapie zelf het GAA-enzym blijft aanmaken, en dat de spierzwakte maar ook de aantasting in de hersenen niet erger worden of worden voorkomen. Dit zou enorme positieve gevolgen voor de kwaliteit van leven van deze kinderen en hun ouders hebben. Na de klinische trial, waarvoor nu het voorbereidende onderzoek loopt, wordt duidelijk of de gentherapie veilig is en doet waar de onderzoekers op hopen.
Het onderzoek staat onder leiding van professor Ans van der Ploeg en dr. Pim Pijnappel. Prof. Van der Ploeg is kinderarts metabole ziekten en hoofd van het Centrum voor lysosomale stapelingsziekten in het Erasmus MC. Dr. Pim Pijnappel is moleculair bioloog en hoofd van het onderzoekscentrum.
Van 2021 t/m 2023 ondersteunt de For Wis(h)dom Foundation het voorbereidende onderzoek dat nodig is om een klinische trial voor deze behandeling te mogen doen bij kinderen met de ziekte van Pompe.
“Als de gentherapie werkt, zou dat de toef op de taart zijn!”
Prof. Ans van der Ploeg