Update II - Poep als medicijn

21-07-2020 - Marc Benninga en Judith Zeevenhoven doen verslag van het verloop van het onderzoek en geven inzicht in projecten die voortvloeien uit dit onderzoek. Inmiddels heeft Judith Zeevenhoven het promotietraject afgerond en is zij opgevolgd door arts-onderzoeker Klaartje de Bruijn.

Voortgang d.d. juli 2020

De hierna volgende toelichting door Marc Benninga (kinderarts Maag- Darm- en Leverziekten en Judith Zeevenhoven (arts-onderzoeker) op de voortgang van de FAIS studie illustreert hoeveel er komt kijken bij het volbrengen van een dergelijke studie. Het nauwkeurig uitvoeren van alle studiehandelingen en de verschillende bijkomende projecten kosten tijd en bovenal geld, maar zijn van groot belang voor het succesvol afronden van de studie. De uiteindelijke opgedane kennis zal een eerste stap zijn in het ontdekken van nieuwe behandelmogelijkheden voor jongvolwassenen met prikkelbare darmsyndroom.







Patiënten

Uiteindelijk zullen we bij 30 jongvolwassenen het effect van de poeptransplantatie op het verminderen van buikpijnklachten onderzoeken. In augustus 2018 hebben wij de eerste patiënt geïncludeerd in de FAIS studie en inmiddels staat de teller op 20 patiënten (2 jongens en 18 meisjes). Dit betekent dat er nog slechts 10 extra patiënten deel kunnen nemen aan de studie. Van de 20 reeds geïncludeerde patiënten hebben ondertussen 15 patiënten de poeptransplantaties ondergaan, staan er twee op de wachtlijst om getransplanteerd te worden en zitten er nog drie patiënten in het screeningsproces om te bekijken of ze geschikt zijn om mee te doen aan de studie.
Bij de patiënten die de poeptransplantaties hebben ondergaan, zijn alle procedures goed verlopen. Deze patiënten hebben de poeptransplantatie goed verdragen. Er zijn enkel wat lichte bijwerkingen ontstaan zoals misselijkheid, diarree en vermoeidheid. Deze bijwerkingen verdwenen na een aantal dagen weer.

Het wervan van donoren

De donoren voor de studie werven en screenen wij zelf. Op deze manier hebben wij volledige controle over de strenge selectieprocedure waar de donoren aan worden onderworpen. De intensieve selectieprocedure zorgt ervoor dat de kans op het overdragen van ziektes of aandoeningen tot een minimum is beperkt, zodat de poeptransplantatie zo veilig mogelijk is. De strenge selectieprocedure maakt wel dat het vinden van geschikte donoren aanzienlijk moeilijker is.
Verscheidene redenen liggen ten grondslag aan het uitvallen van donoren, variërend van uitgebreid reisgedrag, onregelmatig ontlastingspatroon en darmklachten, tot het bij zich dragen van parasieten en/of bepaalde bacteriën. De uiteindelijk geschikte donoren kunnen niet aan alle patiënten worden toegewezen, omdat de donor en patiënt gematcht worden op geslacht. Een man doneert dus aan man en een vrouw aan een vrouw. Daarnaast wordt de donor getest op het al dan niet hebben doorgemaakt van twee besmettelijke virussen, namelijk het Pfeiffer virus en een bepaald type van het Herpes virus. Antistoffen tegen deze virussen zouden kunnen overgedragen worden via de poep, daarom worden donor en patiënt ook gematcht op het wel of niet aanwezig zijn van deze antistoffen in hun lichaam.
Al deze factoren bij elkaar illustreren hoe lastig het is om een geschikte donor te vinden. Sinds de start van het onderzoek in November 2017 zijn wij intensief bezig geweest met het screenen van potentiële donoren. Inmiddels hebben wij 56 potentiële donoren gescreend. Hiervan zijn slechts 8 (!) geschikte donoren overgebleven, namelijk 2 mannen en 6 vrouwen.

Bijkomende projecten

Overzicht donoren


De intensieve selectieprocedure zorgt ervoor dat wij veel gegevens verzamelen over de gezonde donoren, met betrekking tot hun fysieke gezondheid, mentale gezondheid en hun microbioom. In combinatie met een andere studie in het Amsterdam UMC, locatie AMC, waar ook gezonde ontlastingsdonoren voor geworven worden, is het aantal gescreende donoren ondertussen opgelopen tot ongeveer 200. Alle verzamelde gegevens van deze 200 donoren leveren hele interessante inzichten op over gezondheid en het microbioom. Het doel is dan ook om al deze gegevens te bundelen, verdere analyses uit te voeren en er een publicatie over te schrijven.



Darmspoelen


In de FAIS studie worden de darmen van alle patiënten voorafgaand aan de poeptransplantatie schoongespoeld met een laxeermiddel (Klean-Prep®). Het effect van de darmspoeling op de samenstelling van de darmbacteriën is tot op heden niet bekend. Om kennis over dit effect te verzamelen zullen extra poepmonsters van alle patiënten vóór en ná de darmspoeling worden opgevangen voor analyses. Hiermee hopen wij een publicatie te schrijven over het effect van Klean-Prep® op het microbioom.



Schimmelkweken


De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat niet alleen bacteriën in de darm een belangrijke rol spelen bij gezondheid en ziekte, maar ook de schimmels. Wat de rol is van schimmels bij het prikkelbare darmsyndroom, is nog onbekend. Onderzoekers uit het Tytgat Instituut, verbonden aan het Amsterdam UMC, locatie AMC, doen hier onderzoek naar. Hier zijn wij een samenwerking mee aangegaan. Op deze manier kunnen we de poepmonsters van zowel de donoren en patiënten onderzoeken op aanwezige schimmels, en kunnen wij bekijken wat de rol is van deze schimmels bij gezondheid en ziekte. Deze innovatieve ideeën brengen echter ook extra kosten met zich mee, omdat de analyses dus niet alleen beperkt blijven tot bacteriën.



Darmparasiet


Blastocystis is een darmparasiet die bij de mens zeer frequent voorkomt. Het is niet duidelijk of de Blastocystis klachten veroorzaakt, omdat is bewezen dat deze parasiet ook in de darm leeft bij een groot aantal mensen die geen klachten hebben. Dit maakt dat het ook nog onduidelijk is wat de rol van de Blastocystis is bij poeptransplantatiestudies. De laatste jaren zijn een aantal onderzoeken gepubliceerd waarin de aanwezigheid en overdracht van de Blastocystis bij poeptransplantatie studies wordt beschreven. Echter lijkt er in deze studies sprake van een verminderde waarneming van de Blastocystis. Deze verminderde waarneming komt doordat in veel gevallen slechts enkelvoudig microscopisch onderzoek wordt uitgevoerd op een poepmonster, in vergelijking tot meervoudig mircoscopisch onderzoek en/of aanvullende moleculaire diagnostiek waarbij DNA van de Blastocystis wordt geanalyseerd. De waarschijnlijke wereldwijde verminderde waarneming van Blastocystis bij poeptransplantatie studies en de onduidelijkheid over de rol van de Blastocystis bij deze transplantaties benadrukt het belang voor verder onderzoek. Op de afdeling Parasitologie van het Amsterdam UMC, locatie AMC, worden microscopische en moleculaire technieken in de diagnostiek van Blastocystis gecombineerd, wat een zeer hoge gevoeligheid oplevert voor de waarneming van deze parasiet. Deze extra nauwkeurige analyses gaan echter ook gepaard met hogere kosten. In samenwerking met de afdeling Parasitologie kunnen we binnen de FAIS studie veel informatie verzamelen over de overdracht van Blastocystis bij poeptransplantaties. Het doel is om over deze gegevens een publicatie te schrijven.

Subsidie van For Wis(h)dom

De subsidie die For Wis(h)dom voor 2020/21 heeft toegekend aan dit project zal worden besteed aan een onderzoek dat gedaan gaat worden in samenwerking met de afdeling Parasitologie. Doelstelling daarvan is om binnen de FAIS studie veel informatie te verzamelen over het belangrijke probleem van de overdracht van Blastocystis bij poeptransplantaties. Het doel is om over deze gegevens internationaal te publiceren.